LEZING MURAKAMI  2008

‘I once had a girl
or should i say
she once had me?
She showed me her room
Isn’t it good

Norwegian Wood’  

 
De eerste paar regels uit het beroemde liedje van de Beatles; titel van het beroemde boek van Haruki Murakami, waarmee hij doorbrak bij een groot publiek.
Die paar zinnen, samen met de muziek, geven in het kort aan waar Norwegian Wood over gaat. ‘Ik had ooit een meisje of moet ik zeggen, ze had ooit mij….’ Het geeft vooral de sfeer aan van het boek: melancholiek, ijl, romantisch.
‘Ik wil dat je je me herinnert. Zul je je mijn bestaan herinneren, en dat we hier bij elkaar stonden?’
‘Natuurlijk zal ik je altijd onthouden,’antwoordde ik.
Maar de ik, Watanabe, is eenmaal volwassen al veel vergeten van het meisje dat eens zijn grote liefde was maar nu dood is. Hij vraagt zich af of er ‘ergens in zijn lichaam een donkere uithoek is, waar alle belangrijke herinneringen opeengepakt zijn en in zachte modder veranderd.’ 

Toch ga ik vanavond niet lezen uit NW, maar uit een ander boek van M. dat hij schreef in dezelfde periode als NW. Dans Dans Dans., het boek dat hem schrijvend het meeste plezier bezorgde, volgens eigen zeggen. Samen met NW is Dans dans dans een soort tweeling.
Het heeft ongeveer dezelfde thematiek. Een jongeman is op zoek naar en meisje dat hij ooit kende en in die zoektocht heeft hij fascinerende ontmoetingen, beleeft hij vreemde avonturen.
Hij is 34. Een beetje vreemd, volgens zichzelf, en eenzelvig. ‘Ik maak nergens deel van uit’, zegt hijzelf. Reclameschrijver. Net gescheiden. En hij droomt van het Dolfijnenhotel waar hij ooit was met zijn vriendin Kiki, een luxe prostituee. Kiki is spoorloos verdwenen maar in zijn dromen roept ze hem, huilt ze om hem. De naamloze hoofdpersoon neemt ontslag en reis naar het Dolfijnenhotel, dat alleen in naam nog bestaat, het is nu een hyperkapitalistisch consumptiehotel. Groot, onpersoonlijk, luxe. Daar begint het avontuur, dat jullie zelf moeten lezen.
Het boek is lichter dan NW, de held heeft net als ik een hekel aan het superkapitalisme, het is romantisch en erg komisch, maar tegelijkertijd diep en gevoelig en vol verlangen naar echtheid en liefde.
En het boek zit vol muziek. 

Muziek en Murakami horen bij elkaar. Hij had tien jaar een jazzclub voordat hij serieus schrijver werd.
Ik vind zijn werk te vergelijken met muziek, het is een soort muziek en dan bedoel ik: veel van zijn boeken en vooral zijn vroege werk als NW en Dans dans dans en ook zijn korte verhalen, hebben soms de impact van een goed liedje. Een popliedje, een liefdesliedje.
Zoals muziek kan inslaan tijdens de adolescentie, je het gevoel geven met ‘íets’groters verbonden te voelen zonder te weten wat het is, vol belofte, je iets beters beloven voor de toekomst, zoekend, je wijzend op je existentiele eenzaamheid maar je tegelijkertijd een uitweg eruit bieden want je hoort tenslotte die mooie muziek…..
Dat is wat mij betreft de sfeer die NW en Dans Dans dans oproepen, M’, hele werk misschien wel, en waarom ik er van hou.
Het is zeer direct en persoonlijk, net als mooie muziek. Terwijl de hoofdpersoon vaak een onduidelijk karakter is, Watanabe in NW en de verteller in Dans dans dans, ze zijn invulbaar voor de lezer, op zoek juist naar vervulling en bestemming, naar echtheid zoals ik al eerder aangaf.  
Die hele sfeer en thematiek is eigenlijk een metafoor voor de moderne grootstedelijke mens, voor onze tijd, waarin we op onszelf zijn terug geworpen, nauwelijks troost vinden in religies of ideologieen, waarin alles lijkt te draaien om consumptie en concurrentie en imago, om kortom, buitenkant.
In die wereld dolen M’s personages rond, ze zijn eenzaam, maar niet alleen en verlangen naar een soort verlossing. En die kunnen ze allen vinden in de liefde en in de verbinding met de ander. 

M. luistert zelf nog steeds vaak naar muziek. In zijn autobiografische ‘What i talk about when i talk about running’ schrijft hij over zichzelf:

 ‘I love listening to the Loving Spoonful. Their music is sort of laid back and never pretentious. Listening to this soothing music brings back a lot of music of the ’60. Nothing really special though. If they were to make a movie of my life (just the thought of which scares me), these would be the scenes they’s leave on the cutting-room floor. ‘We can leave this episode out.’the editor would explain. ‘It’s not bad, but it’s sort of ordinary and doesn’t amount to much.’Those kinds of memories – unpretentious, commonplace. But for me, they’re all meaningfull and valuable. As each of these memories flits across my mind, I’m sure I uncousiously smile, or give a slight frown. Commonplace they might be, but the accumulation of these memories has led to one result: me.’

 In NW zitten zulke een paar en in Dans dans dans heel veel van die onpretentieuze scenes waarin wat gekeuveld wordt en naar muziek geluisterd, maar ondertussen gaat de zoektocht, die wel zwaarwichtig is, gewoon door. 

Dat brengt me bij jazz, M’s andere grote liefde. Charlie Parker John Coltrane Miles Davis Cab Caloway en al die andere groten.
Individualisten pur sang, eenlingen, net als M. die onconventioneel en oorspronkelijk durven zijn.
In zijn korte verhaal Toni Takatani, een van de weinige verfilmde verhalen, speelt jazz een belangrijke rol. Bij toeval ontmoette ik de filmmaker op een filmfestival, een jeugdvriend van M. Hij zei dat hij juist dit verhaal koos om te verfilmen omdat dat verhaal het meest weergaf hoe M is.
Het verhaal gaat over eenzaamheid, en over jazz. De vader van de hoofdpersoon is een jazzsaxofonist die heel slecht communiceert met zijn zoon. De moeder is overleden in het kraambed. Als de zoon volwassen is gaat hij met zijn aanstaande vrouw naar een optreden en hij hoort zijn vader muziek spelen die hij zo goed kent van vroeger, maar het klinkt net anders in zijn volwasssen oren: ‘’Soon however, something in the music began to make him feel like a narrow pipe filling slowly, but inexorably, with sludge.
He found it increasingly difficult to breathe, or even to go on sitting there. He couldn’t help feeling that the music he was hearing now was ever so slightly different from the music he he remembered his father playing.  That had been years ago, of course, he had been listening with the ears of a child after all, but the difference seemed terribly important.´
Er wordt verder niets uitgelegd. De muziek spreekt voor zich.
Ik vind zijn literaire stijl jazz, en dan bedoel ik: hij improviseert, laat zijn verhaal lijn meanderen, hij laat zichzelf en zijn personages graag verassen. Geen dag hetzelfde repertoire moet M denken terwijl hij schrijft. Waar heb ik vandaag zin in? 
Zo zijn de boeken van M: onvoorspelbaar, uiterst oorspronkelijk en met een persoonlijke intieme stem. 

Christine Otten, november 2008.